De indirecte invloed van Brussel liet zich echter snel voelen. Vanaf het einde van de 12e eeuw verwierven de kanunniken van het kapittel van Sint-Michiel en Sint-Goedele er kerkelijke rechten (benoeming van de pastoor, inning van tienden). In de eeuw daarop worden Brusselse patriciërs en liefdadigheidsinstellingen (hospitaal van Sint-Jan, hospitium Ter Arken) eigenaars te Sint-Lambrechts-Woluwe. Van de 16e tot de 18e eeuw kopen de rijke bourgeoisie en de ambtsadel er verschillende landhuizen (Hof van Brussel, Maloukasteel, enz.), terwijl er twee papiermolens door de Woluwe worden gevoed. De productie van deze molens is zeer gegeerd en is bestemd voor de Brusselse markt.
De hertogen van Brabant hadden heerlijke rechten op de Woluwe, maar deelden de grond met nog andere grootgrondbezitters: de burggraven van Brussel, de nobele bloedlijn van Woluwe, de machtige abdijen van Vorst en Park-bij-Leuven, en dit vanaf de eerste helft van de 12e eeuw. Het was toen dat het landschap van Woluwe het uitzicht kreeg dat tot het midden van de 20e eeuw bewaard zal blijven: een gebied dat uitsluitend aan landbouw en aanverwante activiteiten (zoals maalderij, brouwerij, enz.) was gewijd.
De verstedelijking wordt voelbaar vanaf de jaren 1890-1900. Het tracé van de Brand Whitlocklaan (1901-1906) lag aan de basis van een burgerwijk die was aangelegd volgens dambordpatroon. Het was een wijk met de typische stijlen van de belle epoque, zoals art nouveau, en na de Eerste Wereldoorlog, art deco en het modernisme.
Het fenomeen van verstedelijking dat zich geleidelijk ontwikkelde over een eeuw, slaagde erin Sint-Lambrechts-Woluwe in de stad te laten integreren. Toch biedt het de inwoners een bevoorrechte, mooie leefomgeving met een gediversifieerde infrastructuur, grote groene ruimtes en gemakkelijke communicatiemiddelen. Hierdoor heeft het een te benijden plaats ingenomen in het Brussels Gewest, hart van Europa.
Het wapenschild van Sint-Lambrechts-Woluwe
« Sabel met zilveren schildhoofd waarin drie vogels met keelrode snavels en poten. Het schild staat voor en aan de rechterkant van een Sint-Lambertus die in zijn rechterhand een bisschopsstaf houdt die naar links gedraaid is. In zijn linkerhand houdt hij een open boek. Onder zijn voeten vertrapt hij een gehelmde krijger die in zijn linkerhand een zwaard houdt. Alles in goud.»